Tag Archives: Nijmegen

The Temporary Museum

The Temporary Museum is an artist’s initiative to create a transitory museum complex. The Temporary Museum is a (thinking)space, where artists can store ideas for (or stock images of) Temporary Art. The Temporary Museum is also a place where artists, works of art and public meet.

The Temporary Museum invites artists of all disciplines and perceptions to send in a document. This document gives the Temporary Museum an idea of the artist about a Temporary Artwork. Documents sent by artists in a preferably self-designed container or package are read, documented and placed in a Stock of Temporary Art. The collected originals are located in the Reposal of Temporary Art, that exists as a growing sculpture: a collection of ideas from artists as objects of art.

In co-operation with the artist the idea sent in can be a starting point for the disclosure of a Work of Temporary Art at the Temporary Museum. When the constituents of the Temporary Museum have reached the volume of a container they convey into an Endless Museum, to be shipped and to be endlessly revealed.

Walter van der Cruijsen (1989)

Mijn onderwerpen

Voor GroenLinks moet er ruimte zijn voor kleine initiatieven omdat zij minstens zo waardevol zijn als de grote culturele instellingen. In de kleine organisaties vind vernieuwing plaats, krijgt talent de kans zich te ontwikkelen en is er ruimte voor experiment. Voor betrekkelijk weinig geld bereiken zij vaak een groot publiek. In economische termen zou je kunnen zeggen dat de kleine initiatieven het MKB en daarmee de motor zijn van de cultuursector.

Een ander onderwerp is tijdelijk anders bestemmen. Daartoe heeft GroenLinks een initiatiefvoorstel ingediend om hiervan beleid te maken in de hele gemeente. Het wordt nu vooral toegepast als middel om op een andere manier de problemen met de grondexploitatie (tijdelijk) op te lossen. Dat gaat volgens GroenLinks niet ver genoeg. Geef inwoners de informatie die ze nodig hebben om effectief initiatieven te ontwikkelen die kunnen bijdragen aan een hogere burgerparticipatie en een verbetering van de leefomgeving. Wij willen niet alleen tijdelijk anders maar vooral ook beter bestemmen.

Het derde onderwerp is een markthal voor Nijmegen. Door een krimpende economie ontstaat leegstand, winkels sluiten en de nijverheid is nagenoeg verdwenen uit onze binnenstad. Er zijn nog te weinig kansen voor kleine, lokale en regionale producenten om hun waren te verkopen. Het idee is een verzamelplaats voor kleine aanbieders waar de commerciële drempel niet hoog is en een voorziening gedeeld kan worden. In veel landen zijn markthallen een bekend verschijnsel en een prima middel om een veelkleurige gemeenschap aan een plek te binden.

Mijn laatste actuele onderwerp is het Vrijheidsmuseum dat gepland wordt in de Vasim en de positie van de Cultuurspinnerij, de huidige gebruikers van de Vasim. Voor het einde van 2013 moet de gemeente hierover een beslissing nemen terwijl er nog veel onduidelijkheden zijn en de toekomst van de 40 kunstenaars en culturele ondernemers die momenteel in de Vasim werken onzeker.

Voor meer informatie over mijn thema’s als fractielid van de afgelopen periode zie mijn persoonlijke pagina op de website van GroenLinks Nijmegen.

Ook in de toekomst wil ik mij blijven inzetten voor de kleine organisaties in de stad en met hen samenwerken om hun positie in de stad te verstevigen. Dat betekent ook dat er ruimte moet blijven voor nieuwe initiatieven, zonder dat dit ten koste gaat van bestaande.

Om de aangenomen motie voor de markthal te ondersteunen ga ik het gesprek aan met de stakeholders in de binnenstad, bedrijfsorganisaties, MKB, initiatieven en onderwijsinstellingen om een groot draagvlak te realiseren.

Vasim, WO2- en Vrijheidsmuseum

De gemeente Nijmegen is sinds enige tijd in overleg met de Stichting WO2-Museum en het V-Fonds over een nieuw te realiseren museum in Nijmegen. De Stichting WO2-Museum is twee jaar geleden opgericht door drie site musea in de regio, het Nationaal Bevrijdingsmuseum 1944-1945 in Groesbeek, het Oorlogsmuseum in Overloon en het Airborne Museum Hartenstein in Oosterbeek. Als locatie heeft men de Vasim op het oog waar momenteel de Cultuurspinnerij huis heeft. In de voorliggende plannen wordt de Vasim opgeknapt. De Vasim ligt naast de oprit van de nieuwe stadsbrug die de Oversteek heet ter ere van de 47 Amerikaanse soldaten die sneuvelden tijdens de Waaloversteek in september 1944. Er ligt een masterplan voor, waarin staat dat het project haalbaar is. Naar aanleiding van de collegebrief en enige publieke onrust over de informatie over de haalbaarheid van de plannen heeft GroenLinks op 1 augustus vragen gesteld aan het college.

De antwoorden van het college over het Masterplan Vrijheidsmuseum en de beeldvorming rondom het project waren aanleiding om een kamerronde te agenderen. Natuurlijk kan de raad geen beslissing nemen zonder goed geïnformeerd te zijn. Daar hoort bij dat we een haalbaarheidsonderzoek moeten kunnen inkijken. Deze kamerronde vond op 23 oktober plaats. Daarin werd opnieuw kritiek geuit over de wijze waarop het college de raad informeert over dit project. Daarop kwam de aankondiging dat 31 oktober een presentatie zou plaatsvinden en kort daarna de raad een brief zou ontvangen van het college. Die presentatie was in de Gelderlander, waar vertegenwoordigers van Liberation Route, de Stichting WO2-museum, het V-Fonds en Henk Beerten namens het college van B&W Nijmegen.

We wachten nog op de brief van het college waarin we hopen duidelijkheid te krijgen over de financiering en de exploitatieplannen. Het V-fonds eist dat voor het einde van het jaar een beslissing moet worden genomen omdat de fondsen alleen dit jaar beschikbaar zijn. Naast het college van B&W van Nijmegen moet ook de provincie Gelderland nog een beslissing nemen. Voor onze fractie zijn de standpunten ongewijzigd. Wij zijn niet tegen de komst van het WO2-museum (of Vrijheidsmuseum zoals het nu wordt genoemd) maar zijn niet overtuigd dat het in de Vasim moet komen. De positie van de Cultuurspinnerij moet meegenomen worden in een beslissing over het museum. Daarnaast vinden we dat het nieuwe museum geen aanslag mag betekenen voor het al krimpende cultuurbudget, dat er al toe leidt dat kleine initiatieven verdwijnen en grote instellingen mensen moeten ontslaan.

Het naamgeving van het nieuwe WO2-museum is ondertussen veranderd in Vrijheidsmuseum. Een belangrijk onderdeel in het plan is de attractie Boulevard voor de Vrijheid waar men in stappen de opmaat tot WO2 tot en met de wederopbouw kan beleven. Een concreet museumplan of programma van activiteiten ligt nog niet voor. De plannen richten zich hoofdzakelijk op de realisatie van het gebouw. Het plan is op 31 oktober ook gepresenteerd als bruggenhoofd van de Liberation Route en als moedermuseum van andere site musea in de regio waar WO2 en de bevrijding centraal staan. Men ziet in Gelderland mogelijkheden voor het ontwikkelen van WO2-toerisme en vergelijkt onze regio met Normandië. De betrokken partijen zien hun museum niet als oorlogsmuseum maar als plek waar vrijheid centraal staat en jongeren wordt verteld dat vrijheid niet vanzelfsprekend is. Men verwacht dat ook mensenrechtenorganisaties hier een thuis zullen krijgen. De gemeente Nijmegen ziet het ook als gelegenheid om een nieuw museum te huisvesten en zo de cultuursector te versterken.

Het lot van de Cultuurspinnerij en de 40 kunstenaars en culturele ondernemers die nu in de Vasim zijn gehuisvest is vooralsnog onduidelijk. Hun gesprekken met woningbouwcorporatie Standvast en de gemeente zijn afgebroken. Op verzoek van de Cultuurspinnerij heeft de gemeente de stichting BOEi een onderzoek laten uitvoeren. Het huidige plan voor het museum voorziet in beperkte ruimte voor de Cultuurspinnerij, twee-derde van de huidige gebruikers zal moeten uitkijken naar andere ruimte en grote feesten behoren dan tot het verleden. De gemeente biedt hierbij tijdelijk (d.w.z. voor acht jaar) de Honig fabriek aan waar zich ondertussen ook andere initiatieven hebben gevestigd. Mocht het huidige plan voor de Vasim worden door gezet betekent dit het einde van de Cultuurspinnerij. Dat is voor GroenLinks niet acceptabel. Na dertien jaar heeft de Cultuurspinnerij ook recht op fatsoenlijke huisvesting om hun potentieel verder uit te bouwen. Een oplossing is niet opnieuw een tijdelijke overeenkomst.

Tijdelijk Beter Bestemmen

Het initiatiefvoorstel roept de gemeente Nijmegen op ongebruikte gronden, braakliggende terreinen en bebouwing in Nijmegen in kaart te brengen en de mogelijkheden en onmogelijkheden van tijdelijk gebruik te catalogiseren Burgers krijgen zo toegang tot inzicht in technische en juridische informatie die hen helpt bij initiatieven voor een tijdelijke bestemming van een ongebruikt terrein.

Sinds enige tijd wordt Tijdelijk Anders Bestemmen door de gemeente Nijmegen ingezet om alternatieven te ontwikkelen voor gebouwen en terreinen waarvan de gelande bestemming niet op korte termijn kan worden gerealiseerd. Veelal gaat het daarbij om gronden die bestemd zijn voor bebouwing in de toekomst, maar waarvoor op dit moment de partijen en de middelen ontbreken. De ruimte in de stad wordt steeds meer gekenmerkt door tijdelijkheid.

Omdat het tekort op de grondexploitatie een belangrijke beweegreden is wordt vooral gezocht naar commerciële activiteiten om verliezen te compenseren. Een goed tijdelijk gebruik hoeft echter de gemeente niets extra te kosten. Denk daarbij aan natuur, waarvoor ontheffing mogelijk is, stads- en moestuinen en speeltuinen die door een buurt of wijk zelf wordt gerealiseerd. Met betrekkelijk eenvoudige middelen kan er zo veel waarde in een lokale gemeenschap worden toegevoegd.

De enige randvoorwaarde is de overeenkomst met buurten en wijken om ongebruikte ruimte voor een bepaalde tijd een andere bestemming te geven. GroenLinks gelooft dat er een groot draagvlak bestaat in de stad om op een zinvollere manier met de eigen woon- en leefomgeving om te gaan en daar zelf verantwoordelijkheid voor te dragen. De gemeente is niet de instantie die het allemaal opknapt maar geeft je de ruimte en de hulp om het zelf te doen.

Meer informatie: ‘Benut braakliggende grond en leegstaande ruimte beter‘, GroenLinks Nijmegen, 20 augustus 2013

Betrokkenheid

Betrokkenheid is naast fascinatie mijn grote drijfveer voor alles. Strijden voor een goede zaak en opkomen voor ieders recht op geluk en welzijn horen daarbij. Dat is iets wat ik wil delen met anderen en wat ik van anderen ook verwacht. Er is veel onrecht in de wereld, waartegen je misschien niets alles kunt doen, maar waaraan je wel een bijdrage moet leveren. dat is mijn overtuiging. Het minste wat je kunt doen is anderen helpen waar nodig en mogelijk.

Betrokkenheid is voor mij ook een moreel besef. Vrijheid is een groot goed, dat alleen een kans heeft als we elkaar als elkaars gelijken zien en die ruimte gunnen. Dat is lastig in een maatschappij waar alles draait om geld en delen van verworvenheden niet altijd voor iedereen vanzelfsprekend is. Armoede ontstaat niet vanzelf, maar is het resultaat van afspraken die we met elkaar maken. Daar kunnen we dus wat aan doen, maar dat vraagt solidariteit, een beetje van jezelf prijsgeven waar een ander ook wat aan heeft.

Je kunt met elkaar met relatief weinig veel voor elkaar krijgen als er een gemeenschappelijke basis en doelen zijn. Maatschappelijk, publiek eigendom staat de laatste decennia enorm onder druk. Privaat bezit en commercie worden gezien als drijfveer van de economie met als hoogtepunt het winkelparadijs als redder van de samenleving. Gevolg is dat binnensteden ontvolken, de leegstand toeneemt en het voor een groeiend deel van het publiek onbetaalbaar wordt om deel te kunnen nemen aan de publieke ruimte.

Alles kost geld en als het geen geld oplevert is het niks waard. Kunstenaars en werknemers moeten ondernemers zijn, bibliotheken en theaters sluiten want het kost geld. Dat is jammer omdat cultuur veel meer oplevert dan verkochte kaartjes en consumpties. Het biedt naast lering en vermaak ook ruimte voor ontmoeting en uitwisseling. Je kunt als lokale gemeenschap in plaats van gokken op private investeringen maatschappelijk vastgoed centraal te stellen in de ontwikkeling van de stad. Je leeft niet alleen in je woning maar maakt ook deel uit van een openbare ruimte. Je leven en huis zijn veel meer waard als de leefomgeving veel te bieden heeft en je met de buurt zelf de openbare ruimte kunt beheren.

Ik ga graag in gesprek over maatschappelijk onderwerpen. Sinds 2010 schrijf ik met enige regelmaat essays, columns en commentaren over mijn verwonderen over politiek en de media, dat ik deel via sociale media als Facebook en Twitter.

Sinds 2013 ben ik medebestuurder van Stichting Ugenda die een uitgebreide cultuurkalender met inhoud op het web aanbiedt. Ugenda is een actieve vrijwilligersorganisatie die bijna dagelijks schrijft en bericht over kunst, cultuur en uitgaan in Nijmegen.

In 2012 en 2013 was ik lid van de werkgroep Cultuur en de Creatieve Stad en fractievolger en richtte mijn aandacht op een aantal onderwerpen. Mijn belangrijkste bijdragen waren een initiatiefvoorstel om braakliggend vastgoed met bestemming die niet op korte termijn kan worden uitgevoerd tijdelijk aan de gemeenschap aan te bieden en een motie voor een dialoog voor een markthal in Nijmegen.

Een markthal voor Nijmegen

Op 2 oktober werd het ‘Actieplan Versterking Economische Structuur Binnenstad 2012–2015’ in de raad behandeld. Het gaat slecht met de detailhandel, steeds meer winkels staan leeg, huren of vastgoedprijzen zijn vaak onoverkomelijk hoog. Er zijn creatieve ideeën nodig om in een tijd van economische neergang en leegstand de economie van onze binnenstad nieuw leven in te blazen. Men zet in het voorliggende plan vooral in op marketing en reclame in de hoop hiermee middenstanders naar de stad te lokken. Je ziet nu al dat op plaatsen waar men graag zelfstandige winkels ziet, zoals de Marikenstraat, de ruimtes worden ingenomen door ketenwinkels.

Op 2 oktober 2013 werd onze motie Een markthal voor Nijmegen aangenomen. De motie roept het college op met partijen in gesprek te gaan en met elkaar een markthal in Nijmegen mogelijk willen maken. Geen supermarkt of winkelcentrum met ketens van merken, maar een verzamel- en ontmoetingsplaats voor kleine aanbieders en lokale producenten. Op deze manier creëer je kansen voor kleine producenten en handelaren (incl. zzp’ers) van met name levensmiddelen en handgemaakte producten als kleding, accessoires, industrieel ontwerp, interieur etc.

Zo verlaag je de drempel om een begin te maken als handelaar en aanbieder, kleinschalig en zonder grote investeringen met bijbehorende financiële risico’s. Er is de afgelopen decennia vooral ingezet op schaalvergroting, waardoor kleine ondernemingen naar de rand of daarbuiten zijn verdrongen en uit de binnenstad dreigen te verdwijnen. Aan de andere kant groeit onze stad qua bevolking, maar tegenwoordig volgen voorzieningen de huisvesting, in plaats van andersom, zoals dat vroeger het geval was.

Er worden goede producten gemaakt in Nijmegen, maar van veel daarvan zie je in de winkels in de stad maar weinig terug. Een markthal kan ook een plek waar je kunt ontdekken, proeven en uitwisselen en niet alleen maar je boodschappen doet. Je zou dit kunnen combineren met onderwijsinstellingen en opleidingen in de stad en van zo’n omgeving deels een leer-werkplaats maken wordt zo ook een nieuw perspectief geboden voor jonge mensen, want van hen zullen we het moeten hebben in de toekomst.

Ondertussen hebben verschillende bedrijven en organisaties positief gereageerd. Een geschikte locatie in de binnenstad wordt nog gezocht. De volgende stap is de betrokken partijen rond de tafel te krijgen.

Zie ook: GroenLinks wil markthal in binnenstad Nijmegen